System overload

Geplaatst op

Na een paar dagen gekampeerd te hebben verbleef ik even in een guesthouse in Niigata. Even bijtanken en rond vier uur ‘s middags dacht ik heel even het bed uit te proberen. Ondertussen viel ik binnen een minuut als een blok in slaap, werd twee uurtjes later wakker en ging weer door. Misschien was ik een beetje moe, maar dacht daar verder niet over na. In de gezamenlijke ruimte ontmoette ik nog een gast. Een Japanner en zijn samen wat gaan eten. Hij wist wel een tentje. En gruwelijk wat was het eten daar weer goed zeg. In Tokyo had ik wel karaage gehad, maar daar was ik niet zo kapot van. Dit daarentegen was oishī! Dus samen met wat biertjes en verschillende soorten sochū zaten we gebakken. Letterlijk.

Naast ons zat een Japanner die wat Sakétjes verder was dan ons. Een professor economie. En een professor in de alcohol, als je het mij vraagt. Hij boodt ons ineens saké aan en toen de fles leeg was bestelde hij d’r vrolijk nog eentje. Voor algemeen gebruik of zoiets. In zo’n fles gaat overigens twee liter. Heb je een beetje beeld bij hoe dit er aan toeging. Zelfs het personeel kon meegenieten en uiteindelijk ben ik met de Japanse mede-gast en hem in de karaokebar beland. En hierin zag ik duidelijk een cultuurdingetje. De gast voelde zich ondergeschikt aan de professor en liet zich overhalen om karaoke te doen terwijl hij de volgende dag er vroeg uit moest om te werken. Anyhow. Ondanks mijn “you’re strong with alcohol” bakte ik d’r geen reet van met dat karaokespul. Sorry, niet mijn cup-of-tea. Helemaal niet na de volgende zoetsappige Japanse Maria Carey achtige meuk wat voorbij kwam. Oh my… Maar toch een bijzondere avond. En die professor? Die had alles betaald. Onvoorstelbaar.

De volgende dag even Niigata stad in geweest. Erg business-georiënteerd, afstandelijk en wat vreemd als je het mij vraagt. Niets voor mij. Het guesthouse waar ik verbleef was wel heel fijn en de gastvrouw gaf me wat tips om verder naar toe te reizen. Heel fijn en had gelijk wat doelen om naar toe te gaan. Die avond heb ik ook ontdekt dat ze hier nog iets beters hebben dan after-eight koekjes. Dat pakje is ook gelijk in een keer opgegaan. Anyhow. De dag d’r op weer op de motor. Tijd om te gaan. Vizier dicht, muziekje aan en vol gas die stad uit.

En toen eerst Niigatta aan me voorbijtrok en daarna nog wat kleinere steden, opende zich een prachtige groen berglandschap voor me waar ik steeds dichterbij kwam. Van de Niigata prefecture kwam ik ondertussen in de Yamagata prefecture met bochtige bergweggetjes, schitterende rivieren, watervallen, meertjes en ga zo maar door. Gezien de borden met waarschuwingen voor beren steeds meer toenamen besloot ik het wildkamperen toch maar tot een minimum te beperken. Dus, navigatie maar ingesteld op een camping. Ik kwam er laat aan en deze camping bleek hartstikke dicht te zijn. Hmm. Dan maar een andere, maar dat zal niet anders zijn dacht ik. Toch maar wildkamperen? Het weggetje richting de tweede camping ging stijl omhoog en het werd steeds kouder en mistiger. Toen ik aankwam bij de camping was ik verbaasd. Want er waren zowaar andere kampeerders! Dit kan niet waar zijn?! En toen ik de motor wilde parkeren schreeuwde een druk mannetje mijn kant op. Dit moest en dat moest. M’n tent kon daar en alles ging gehaast. Na een lange motorrit is dat niet echt waar je op zit te wachten. Het regelen van brandhout was ook wat gedoe, maar toen alles klaar was ging hij gelukkig weg. Ik zag een mooiere plek in het bos en heb de boel daar neergezet. Fuck dat. Vuurtje aan, maaltje koken, prima zo. Nadat ik m’n eten ophad had ik het vuurtje wat groter gemaakt (ietsje groter, ahum 😉 ) en een fles Yamazaki geopend. Het was goed koud die nacht dus zowel het hout als de Yamazaki ging er harder door dan eigenlijk de bedoeling was. Ach een keertje op tijd naar bed is ook niets mis mee. En ik ‘Yamazakte’ vrij snel weg in een diepe slaap daarna…

Ik werd laat en moe wakker de volgende dag en was echt niet vooruit te branden. Het inpakken en bepakken van de motor ging zo langzaam en met een flinke dosis tegenzin… al… die… spullen. Toen ik naar de wc ging was daar weer het drukke mannetje die de wc’s aan het schoonmaken was. Nee he, dacht ik. Maar toch maar even een praatje gemaakt. En toen bleek dat dat mannetje eigenlijk heel aardig was. Hij bedoelde het uiteindelijk allemaal heel erg goed. Zijn drukke gedoe was waarschijnlijk omdat hij juist wilde dat ik het naar de zin had. Ik vertelde waar ik naar toe wilde gaan en hij vertelde dat het een mooie ‘challenge’ is waar ik mee bezig was; Motorrijdend en kamperend door Japan. En, zoals vandaag, was het inderdaad even een challenge 🙂 Hij vond ‘t maar wat mooi allemaal en toen ons gesprekje eindigde nam ik afscheid van de beste man. “Ki o tsukete!” schreeuwde die nog naar me met een dweil in z’n hand. Wat soort van pas op/goede reis betekent. En dit gesprekje gaf me precies de juiste energie om alles op de motor te kwakken en naar de plekken te reizen waarover de vrouw van het guesthouse in Niigata me had getipt. Had ik me toch even mooi vergist in de man.

Net toen ik op de motor stapte voor mijn vertrek had iemand op een Couchsurf-aanvraag van me gereageerd dat ik welkom was. En zo zie je maar. Het ene moment zit alles even tegen en vijf minuten later lijkt het wel alsof iets even een zetje geeft. Tof, dat betekent dat ik in Sendai moet zijn aan het einde van de dag! Hop starten dat ding en gaan! Eerst naar een vulkaanmeer genaamd Kawasaki. Hoe toepasselijk, haha. En daarna richting de Yamadera tempel, waarbij Google me in de steek liet. Maar even wat lunchen en kwam bij een leuk klein blokhut achtig tentje in het bos. Supervriendelijke mensen en ik kreeg een heerlijke curry voorgeschoteld. Daar wezen ze me de juiste weg naar Yamadera en dat betekende ineens dat ik vijftig minuten terug kon… op zich wat balen, maar ik kon er wel om lachen eigenlijk. Helemaal toen de kok naar mij toekwam en me een uilenveer gaf. Fukurō: een uil in het Japans. De uil staat in Japan symbool voor blijdschap en geluk. Blijkbaar kwam ik zo op hem over. Heel bijzonder en helemaal omdat de man wel een soort Japanse Gandalf leek, met z’n lange witte haren in een staart en de rust die hij over zich had. Daarnaast staat de uil voor mij ook symbool voor de nieuwe richting die ik voor mijzelf ontwikkel. Klinkt wazig, weet ik, maar voor mij was dit wel even een dingetje, jeetje.

Toen ik op de motor stapte stonden ze me beiden uit te zwaaien. De vrouw gaf me nog een doos kersen mee. Tijdens het rijden liet ik dit alles nog even op me inwerken en ik was in no-time bij de tempel. Mooie plek, maar ook veel toeristen en had in eerst instantie niet echt de rust die je vaak bij een tempel ervaart. Hiervoor moest ik even duizend treden omhoog en daar was bijna niemand en een schitterend uitzicht. Toen ik weer beneden was en mijn motor in orde maakte om mijn weg in te zetten richting Sendai zag ik een tweetal apen op een dak zitten die me wat raar zaten aan te kijken. Mooi gezicht.

Het was rond zes al en moest op weg naar Sendai. Bij de Yamadera tempel was het schitterend weer nog, maar hier kwam verandering in toen ik richting Sendai reed. Hoe meer ik in de richting van Sendai kwam, hoe meer ik in de donkere wolken kwam. Het begon met een paar druppels en hoppa… ineens zat ik in een dikke regenbui. M’n vizier begon te beslaan, het werd donker en moest ook nog een bergpas over waar het steeds kouder, gladder en mistiger werd. In m’n achterhoofd hoorde ik het mannetje nog: “challenge, challenge, sugoi!”… Dit was zeker even spannend, maar kwam gelukkig zonder kleerscheuren op Sendai station aan waar ik had afgesproken met mijn Couchsurfing host: Matt, een Amerikaanse man die Engelse les geeft in Japan. Bijzonder trouwens, want ik was precies op onze afgesproken tijd daar en dat is een unicum voor mij 😉

De bedoeling was een dagje in Sendai te blijven, maar ik merkte dat ik zo moe was elke keer. In Sendai kon ik er niet meer omheen. Ik was uitgeteld. En ook niet zo gek. Vreemd land, vreemde cultuur, vreemde taal, geen regelmaat, al die indrukken en nog een stuk aan herinneringen die zo nu en dan onverwachts langskomen. Zonder dat ik er echt bewust van was draaide m’n systeem overuren. Natuurlijk, geen klaagzang hier. Het is schitterend zo’n reis, maar ondertussen dacht ik ook veel na over hoe verder en wat wil ik straks? Het was mij ook wel duidelijk dat mijn onderbewuste hier ook nog een flinke schep bij opdeed. Maar als je dan bij iemand kan blijven waar je goed mee kan praten en begripvol is, helpt dat enorm. Uiteindelijk vier nachten bij Matt gebleven. Echt heel fijn en ook heel relaxed om even gewoon Engels te kunnen praten 🙂

Sendai zelf was best vreemd voor mij. In eerste instantie leek het op Tokyo, maar zoals alles in Japan: dingen lijken in eerste instantie normaal en toch is er altijd iets geks, iets anders… In Sendai merkte ik al vrij snel op dat echt iedereen hier me negeerde. Zelfs de mensen die je in een restaurant wilde lokken draaiden hun rug naar me toe of keken me totaal niet aan. Zo bizar. In musea of winkels die ik bezochte was het personeel meestal ‘soort van’ kortaf en maakte totaal geen contact. Zelfs als ik iets wilde vragen: “Sumimasen?”, kreeg ik vaak een angstige blik terug alsof mijn stem uit het niets kwam. Het leek wel alsof ik helemaal niet werd opgemerkt. Alsof ik er niet was: als een geest. Zo bizar en ik merkte dat dit geen goede uitwerking op mij had. Ik begon te twijfelen aan mezelf. Doe ik iets verkeerd? Zend ik een verkeerd signaal uit, wat is hier aan de hand en wat kan ik veranderen om dit beter te maken? Matt vertelde me dat dit normaal is. Japanners hier zijn zo ontzettend verlegen dat ze het liever vermijden. Het ligt dus niet aan mij, het is blijkbaar te confronterend voor Japanners hier om contact te maken met gaijins. En gezien hier niet veel zijn, zijn ze het gewoon niet gewend. Deze nuance hielp, maar toch merkte ik dat dit niet voor mij werkt. Op een dieper niveau merkte ik bij mezelf dat ik hier niet voor gemaakt ben. Een stuk wat moeilijk te veranderen is en waar ik nu achter ben ook niet wil veranderen. Contact maken met anderen is mijn kracht en waar ik energie van krijg tijdens reizen. Nieuwe dingen ontdekken is natuurlijk prachtig, maar door contact te maken met de lokale mensen krijg je in mijn ogen een veel realistischer beeld van hoe een land en cultuur werkt. In Sendai voelde ik me daarin beperkt.

Matt en ik hebben het hier veel over gehad. Sowieso had ik een toptijd met Matt. We hebben heerlijk gegeten, veel gepraat over muziek, Japan en de Japanse cultuur en voetbal gekeken in een Ierse pub waarbij Japan won. Bij het laatste was contact maken met andere Japanners ineens heel gemakkelijk, zodra ze wisten dat ik ook voor Japan was 🙂

Toch merkte ik dat ik op den duur wel even klaar was met steden. Het werd weer tijd om verder te gaan. Matt tipte me over de drie bergen in Dewa. Van een aantal mensen uit Roemenië had ik ook een tip gekregen om ook noordelijk van Sendai te kijken. Maar dat was moeilijk te combineren. Die plek leek ook redelijk toeristisch en ik merkte dat ik wat anders nodig had. Terug de natuur in. Even geen mensen. Dus ik besloot naar dat Dewa te gaan, ondanks dat ik daarvoor weer terug naar de Yamagata prefecture moest. Ik heb tijd en dit voelt goed, dus wat maakt het uit. De volgende dag bepakte ik mijn motor, nam afscheid van Matt en liet Sendai ver achter me. Terug naar het groene, de bochtige weggetjes, watervallen en de bergpasjes…

19 reacties op “System overload&rdquo

  1. Super leuke stukjes schrijf je en wauwww die foto’s! Wel voorzichtig met de motor in de regen hè :)?! Geniet ze! Liefs, Laura

    1. Dankje!! Ik zal voorzichtig zijn en blijf nog wat dagen in Sapporo, want hier blijft het nog wel even regenen voorlopig. Liefs!

  2. Wat een mooi verhaal weer!
    Kleine side note: Je doet iets waar weinig anderen de kans voor krijgen of aandurven maar als jij je rot (moe) voelt dan voel je je gewoon rot en dan mag je echt wel even klagen! 😉

    1. Ha Viri! Wat leuk van je te horen en dank voor je ondersteuning 🙂 Ja, ach… soms zit ‘t gewoon even wat tegen. Dank voor je lieve berichtje!

    1. He daar! Wat fijn van je te horen ms Dubois! Ja… DTRH + wetende dat jullie daar zijn. Had er zo graag bij willen zijn en mis jullie ook stiekem hier hoor… Volgend jaar weer!! En dank voor je lieve berichtje!!

  3. Mooi verhaal weer Jochem! Tof om je avonturen zo met beeld en tekst te kunnen volgen 👍. Ga zo door stoere broer! 😉

    1. Broeder! Haha, ありがとう!! Fijn om te horen! Keep on going strong here! Liefs en knuffel!

  4. Hé lieve Jochem, ik geniet van je prachtige verhalen! Ik heb ze gisteren allemaal aan oma voorgelezen en de foto’s laten zien. Ik heb wat foto’s afgedrukt en die heeft ze aan iedereen laten zien. Trots! Liefs van oma en ons.

    1. He Hester! Wat superleuk dat je dat hebt gedaan!!! Zo tof… Dikke knuffel voor oma en jullie! Zo fijn om dit te lezen.

  5. Wat een avonturen daar Jochem en wat een lef moet je daarvoor hebben! Ga lekker verder met je ontdekkingsreis! Hartelijke groeten!!!

    1. Ha Peter-Jan! Dank, dank! ‘T is even wennen in ‘t begin, maar inmiddels lekker met de flow aan het gaan, haha 🙂 Hartelijke groeten terug! Ps. Binnenkort Molenhoeks Makkie toch, of is dat al geweest?

  6. Hoi Jochem, heerlijk dat je een mooie tijd hebt in Japan en zoveel bijzondere mensen ontmoet. Je foto’s zijn prachtig en hebben aparte composities.
    Lieve groetjes, Liesbeth

    1. Ha Liesbeth, dank je! ‘T is erg mooi hier moet ik zeggen. Blij dat ik voor Japan heb gekozen! Liefs terug, Jochem

  7. Tsjonge! Jochem wat een belevenissen weer! En terug naar de natuur kan ik me oooh zo goed indenken, de natuur, het mooie, waar jij oog voor hebt, geeft in élk geval energie terug aan jou! Blijf genieten en beleven en pas goed op jezelf! Prachtige foto’s!! XX👍🏼

  8. Wat fijn om al je mooie belevenissen te lezen Jochem. Heerlijk dat je zo geniet en natuurlijk zijn er momenten dat het wat minder gaat. We volgen je dagelijks en denken veel aan je! We zijn trots op je!!! dikke knuffel pap en mam

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *