Mata ne, Nihon

Geplaatst op
Fuji Rock

‘s Avonds rond vijf kwam ik aan bij de haven in Otaru en was net op tijd voor de pont. Met wat gemengde gevoelens kocht ik een bootticket, want was best wel verknocht geraakt aan Hokkaido. Daarnaast verhuisd heel Japan juist de andere kant op, vanwege de hitte in het midden en zuiden. Maargoed, ik had al een ticket voor Fuji Rock en die wil ik dan gebruiken ook 🙂 Deze pont was overigens een stuk groter dan de veerpont die ik eerder had genomen. Dit leek meer op een cruiseschip en ‘s avond kon je meedoen aan de Japanse bingo. Helaas niets gewonnen maar het was vrij Hilarisch. Verder ontmoette ik al vrij snel een stel uit Nieuw Zeeland die ook op weg waren naar Fuji Rock.

Deze pont ging van Otaru helemaal naar Niigata en doet er ongeveer 17 uur over inclusief overnachting in een eigen bunk. Na de bingo was ik overgebleven samen met de Nieuw Zeelanders en een aantal Japanners, waaronder een aantal motorrijders. Het was erg gezellig, maar op een gegeven moment toch maar m’n bedje opgezocht. ‘s ochtends vroeg uit de veren en uiteraard even wakker worden in de onsen op de veer. Deze onsen bevond zich op het buitendek trouwens. Beetje dobberend in het hete water kijkend naar de zee en de meeuwen die met het gigantische schip meevlogen. Blijft een bizar fenomeen, maar wel erg relaxed.

Vervolgens m’n motorpak aan en naar het benedendek terwijl de pont aan het aanmeren was. Ik nam afscheid van een aantal Japanners die ik de avond tevoren had ontmoet en startte m’n motor samen met alle andere motorrijders tot er een oorverdovend geluid ontstond in dat benedendek van alle dikke tweecilinders die gestart waren. Ik stelde m’n navigatie in voor Fuji Rock en vanaf de pont kwam ik direct in de enorme drukte terecht van Niigata. Wat een massa aan verkeer en drukte ineens. En dat was nogal een contrast met Hokkaido wetende dat ik de dag daarvoor nog rustig in een tentje in het bos zat. Dit moest ik even op me in laten werken. Ik wist dat dit er aan zat te komen, gezien het kwik in Tokyo ook al rond 46 graden gemeten was rond die dagen. Het is normaal dat het heet is rond deze tijd in het zuiden, maar dit jaar heeft Japan toch echt een aantal extremen gehad. Naast de hitte was er een tyfoon in Kyoto geweest, aardbeving in Osaka en zware overstromingen in Hiroshima. Onder de Japanners werd hier redelijk wat over gesproken. Japan is behoorlijk getroffen dit jaar en gelukkig was er toen nog niets gebeurd in Hokkaido waar.

Ik moest nog een behoorlijk stuk rijden naar Fuji Rock en besloot daarom de expressway (snelweg) te pakken. Normaal pak ik de binnenwegen, maar gezien de hitte was wat extra rijwind voor verkoeling meer dan welkom. Voor de snelwegen in Japan moet je overigens wel tol betalen en dat kan aardig oplopen als je niet oplet. Die hitte moest ik behoorlijk aan wennen, want wat een verschil met Hokkaido. Op de motor merkte ik dat aan wolken van warme lucht die me tegemoet kwamen en tunnels waren ineens een verademing geworden. En hoe verder ik reed hoe, hoe heter het werd. Duidelijk merkbaar. Ondertussen kwam er een gedachte in me op dat mijn visum ging verlopen en dat ik nog steeds niet wist waar ik na Japan naar toe zal gaan. Hier wilde ik niet over nadenken tijdens het festival en besloot bij een wegrestaurant te stoppen. Na even wat rondgekeken te hebben boekte ik een ticket naar Thailand met het idee om richting Chiang Mai te gaan. Jeetje, ik ga naar Thailand! In mijn verwachting een wat gemakkelijker land om door te reizen en evengoed erg mooi. Prima besluit. Ik zette een muziekje op en met opgeheven hoofd reed ik vol gas weer de snelweg op. Gezien het festival in Gunma plaatsvond kwam ik weer in een schitterend berggebied terecht. De alpen van Japan omgeven door eindeloze rijstvelden en na wat binnenweggetjes kwam ik uiteindelijk aan; Fuji Rock Festival 2018.

Ik ontmoette de Nieuw-Zeelanders later op het terrein en besloot mijn tentje bij hun neer te zetten. Fuji Rock is overigens bepaald niet te vergelijken met een Lowlands, Pinkpop of Down the rabbit hole. Behalve de prijzen voor het eten en drinken dan. Het festival zelf heeft iets liefs en delicaats. Bedenk daar dan Japanse perfectie bij in het decor en het geweldige eten met schitterende groene bergen op de achtergrond. In plaats van de douchjes loop je in de ochtend naar de dicht bijzijnde waterval waarbij, vanwege de temperatuur, je kater bang in een hoekje kruipt. Het was bijzonder om getuige te mogen zijn van dit festival. Grote namen die speelden waren o.a. Ben Howard, N.E.R.D. en Bob Dylan. Bob Dylan was meer de naam, want ja… Bob is redelijk wat ouder geworden zo te zeggen. Maargoed wat maakt het uit. Als je naar de sterren kijkt met Bob Dylan op de achtergrond in de Japanse Alpen omringt. Dan vloeit er toch wel een dankbaar gevoel door je heen. Maar wat echt interessant was waren toch wel de Japanse artiesten.

En op het moment dat je je net een beetje comfortabel begint te voelen is er altijd iets raars. Zo was ik getuige van een Japanse metal-band waar bij er werd gegrunt door een vrouwelijke drummer. Niet bepaald standaard, maar als je dan op dat moment ook nog een groep 40-jarige Japanse vrouwen gekleed als 16-jarige schoolmeisjes de moshpit in ziet rennen en rechts van mij een Japans meisje allerlei kanji tekens in een boekje zit op te schrijven op de maat van de muziek en voor mij een man staat de springen met een kind van vier op z’n schouders (ook vrolijk in de pit), dan besef je toch wel even … oh ja … we zijn in Japan 🙂 En als er gefeest wordt gaan echt alle kleppen open bij de Japanners. Geen half werk en dat is een prachtig gezicht.

Verder het eten… do I need to say more. Sowieso is dat interessant hoeveel het eten in Japan verteld over de cultuur. Het is onmisbaar met elkaar verweven. Je ziet er het minimalisme, respect en de perfectie er in terug. En wees niet verbaasd als een chef je het meest heerlijke eten wat je ooit hebt gehad voorschotelt en superzenuwachtig naar je zit te kijken. Is het wel goed genoeg, wat kan er nog beter? Wachtend op het verlossende woord: Oishikatta! Zitten wij dan met onze boerenkool en zoute haring. Ach.. ook lekker hoor 😉 Maar goed eten in Japan is er altijd, overal te krijgen, en ze nemen dit bloedserieus. Zelfs de sushi van de 7-eleven is prima binnen te houden 😉 Ik heb werkelijk nog nergens iets gehad wat tegenviel. Behalve dan verrotte ingewanden van een tonijn, wat een delicatesse schijnt te zijn. Maargoed, dat is een ander verhaal.

Ik had mazzel met het weer, maar toch zag het weervooruitzicht voor de zaterdag er vrij zorgelijk uit. Een tyfoon had het gemunt op Gunma. Gelukkig boog deze af, maar gedurende de nacht hadden we enorme windstoten met flinke bakken regen. Het was de buitenring van de tyfoon. Ik maakte me wel wat zorgen over m’n laptop in m’n tentje, maar er was weinig aan te doen. Dus besloot maar mee te feesten met de andere Japanners. De volgende dag zag ik dat redelijk wat tenten het hadden begeven en velen ging de zondag om die reden al richting huis. Mijn tentje stond nog steeds als een huis gelukkig en ben zondag gewoon gebleven.

Tijdens het festival had ik veel verschillende mensen ontmoet en pendelde zo tussen verschillende vriendengroepjes door. Ondanks dit alles was het ook wel wat lastig voor mij. Door mijn avonturen was ik toch nog erg moe en een festival met zoveel indrukken, mensen, muziek en hielp daar niet echt bij. Ik besefte toch ook wel dat ik wat overprikkeld was. Hier moet ik iets voor gaan bedenken in Thailand, bedacht ik me nog. Daarnaast kwam ik uit een nogal kalm Hokkaido dus het contrast was ook best groot. De Nieuw-Zeelanders vertrokken de maandag naar Mt. Fuji naar het festival om deze te beklimmen. Dit is in de richting waar ik uiteindelijk naar toe zou moeten, maar ik besloot het niet te doen. Ik was gewoon op. Normaal zou ik zeker met de flow meegaan en hier zeker voor gaan. En als dit het geval is heb ik het serieus te nemen. Ook na het festival toen ik bij een hostel aankwam en de vriendelijke gastvrouw mij vertelde wat ik wel niet allemaal kon doen in de omgeving, wilde ik het niet horen. Ik had drastisch rust nodig. Dit is dus wat ik in Thailand ga opzoeken had ik besloten en verder heb ik het in mijn laatste week erg rustig aan gedaan. Wel heb ik nog een schitterend kunstfestival bezocht in de bergen wat een keer in de vier jaar wordt georganiseerd.

Na een weekje rustig aan werd het op een gegeven moment het tijd terug te gaan naar Yamanashi om de motor in te leveren. Dus ik vertrok vroeg in de ochtend. Maar besefte even niet dat ik precies tijdens de spits in de buitenring van Tokyo zat. En het is vrij duidelijk als Japan aan het werk gaat. Kilometerslange files overal… En dan is een motor wel erg fijn. Toch een indrukwekkend tafereel… zoveel verkeer… En uiteindelijk kwam ik aan bij de dealer, Apexmoto. Ik sprak John van Apex en besloot de motor daar te stallen. Ik heb dan een optie om eventueel terug te komen om het zuiden van Japan te bekijken. En zo niet, kan ik ‘m alsnog verkopen. Verder besloot ik mijn reis een stuk lichter voort te zetten en heb m’n motorpak inclusief al m’n kampeerspullen ook in opslag gedaan. Zo ontzettend fijn dat hier mogelijkheden voor waren. En m’n vieze was heb ik gewoon weggegooid. De kleding was aardig versleten en koop wel weer nieuwe in Thailand 🙂

John zette me zelfs af bij de bushalte bij de snelweg. We namen afscheid en ietsje te laat kwam de bus aangezet. Na een honderd maal sumimasen, vanwege de minuut vertraging, kon ik m’n backpack in de bus laden en vertrokken we terug richting Tokyo. Tijdens de rit zag ik vele motoren voorbij scheuren en ik voelde me incompleet zonder m’n motor. En dan in zo’n logge bus zitten gevangen in het verkeer… Gelukkig kan ik nog terug als ik zo willen dacht ik nog. Na een paar uur was ik terug in Tokyo waarbij ik besefte dat deze stad al m’n comfortzone is geworden. Het voelde als thuiskomen. Ik ontmoette wat vriendelijke Nederlanders en we gingen samen wat eten. Al snel zaten we wat te ouwehoeren met wat Japanners en het was een mooie laatste nacht. Op een gegeven moment m’n bedje opgezocht. Tijd om te slapen, morgen alweer vertrekken.

Japan. De mystiek, de mensen, de natuur, de oude tempels, de bescheidenheid, de extreme contrasten, het eten en het streven naar perfectie wat overal in doorschijnt. Het is het meest indrukwekkende land wat ik tot nu toe heb bezocht en het heeft een onuitwisbare indruk op me achtergelaten. Toen ik eenmaal in het vliegtuig richting Bangkok zat en we nog net niet opstegen, keek ik naar buiten. In de verte zag ik de Japanse vlag trots wapperend in de wind. Ja, Japan, je hebt me in je greep. De motoren gingen vol gas en ik werd in m’n stoel gedrukt. Ik keek naar voren en besefte dat ik deze reis nu al nooit meer ga vergeten. Op naar Bangkok en tot een volgende keer Japan.

またね、日本

9 reacties op “Mata ne, Nihon&rdquo

  1. Och sorry ik deed t fout met verzenden.
    Ik heb ontzettend genoten van je reis door Japan. Prachtige verslagen en schitterende foto’s.
    Ik was een tijdlang niet op fb. Ik vond en vind t wel rustig zo, zonder fb. Ik zie wel.
    Ik hoop dat je in Thailand een goede tijd hebt! Liefs👍🏼🍀😘

    1. Dank je Ria! Zo fijn dat je het zo op de voet volgde. Thailand was een hele andere en mooie reis waarin ik zoveel bijzondere mensen heb ontmoet. Inmiddels net gearriveerd in Bali, na een hele mooie maand in de Filipijnen. Haha, het wordt nodig tijd dat ik deze blog ga updaten 🙂 Liefs terug!

    1. Dankje Mariko! Inmiddels alweer drie maanden extra genoten van Azië. Het was zo goed tot nu toe dat ik niet eens tijd heb gehad deze blog bij te werken, haha 🙂

  2. Hey Jochem,

    Mooie duiken gemaakt en ook veel bijzonders gezien. Er is werk aan de winkel je leesfans beginnen bijna onrustig te worden😉

    1. He daar! Dank voor jullie lieve berichtjes. En ja inderdaad… wordt weer eens tijd voor ‘n nieuw blogje, zoveel gebeurd weer 🙂

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *